Artikel 6 EVRM: grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen
Gespeichert in:
| 1. Verfasser: | |
|---|---|
| Format: | Abschlussarbeit Buch |
| Sprache: | Dutch |
| Veröffentlicht: |
Antwerpen <<[u.a.]>>
Maklu Uitg.
1992
|
| Schlagworte: | |
| Online-Zugang: | Inhaltsverzeichnis |
| Beschreibung: | IX, 358 S. |
| ISBN: | 9062153372 |
Internformat
MARC
| LEADER | 00000nam a2200000 c 4500 | ||
|---|---|---|---|
| 001 | BV026129780 | ||
| 003 | DE-604 | ||
| 005 | 20220804 | ||
| 007 | t | ||
| 008 | 110326s1992 m||| 00||| dut d | ||
| 020 | |a 9062153372 |9 90-6215-337-2 | ||
| 035 | |a (OCoLC)636468899 | ||
| 035 | |a (DE-599)BVBBV026129780 | ||
| 040 | |a DE-604 |b ger |e rakwb | ||
| 041 | 0 | |a dut | |
| 049 | |a DE-188 | ||
| 100 | 1 | |a Hartog, Anita den |e Verfasser |4 aut | |
| 245 | 1 | 0 | |a Artikel 6 EVRM |b grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen |c Anita den Hartog |
| 264 | 1 | |a Antwerpen <<[u.a.]>> |b Maklu Uitg. |c 1992 | |
| 300 | |a IX, 358 S. | ||
| 336 | |b txt |2 rdacontent | ||
| 337 | |b n |2 rdamedia | ||
| 338 | |b nc |2 rdacarrier | ||
| 502 | |a Zugl.: Groningen, Rijksuniv., Diss., 1992 | ||
| 655 | 7 | |0 (DE-588)4113937-9 |a Hochschulschrift |2 gnd-content | |
| 856 | 4 | 2 | |m GBV Datenaustausch |q application/pdf |u http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=021719696&sequence=000001&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA |3 Inhaltsverzeichnis |
| 999 | |a oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-021719696 | ||
Datensatz im Suchindex
| _version_ | 1804144573412278272 |
|---|---|
| adam_text | IMAGE 1
ARTIKEL 6 EVRM:
GRENZEN AAN HET STREVEN DE STRAF EERDER OP DE DAAD TE DOEN VOLGEN
ANITA DEN HARTOG
MAKLU UITGEVERS ANTWERPEN - APELDOORN
IMAGE 2
INHOUDSOPGAVE
LUST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN VIUE
1. INLEIDING; HET STREVEN NAAR EEN SPOEDIGE AFWIKKELING VAN DE
STRAFPROCEDURE; OPZET VAN HET ONDERZOEK 1
INLEIDING 1
ARGUMENTEN VOOR EEN SPOEDIGE AFWIKKELING VAN DE STRAFPROCEDURE 2
EEN BETER GENERAAL PREVENTIEF EFFECT 3
EEN BETER SPECIAAL PREVENTIEF EFFECT 7
KANTTEKENING: DE VERHOOGDE EFFECTIVITEIT VAN EEN SNELLE STRAF IS SLECHTS
EEN VERONDERSTELLING 10
ANDERE ARGUMENTEN VOOR SNELHEID BINNEN DE STRAF- RECHTSPLEGING 11
HET STREVEN NAAR EEN SPOEDIGE AFWIKKELING VAN DE STRAFPROCEDURE 13
SNELHEIDSLIMIETEN 20
BEPERKINGEN EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET ONDER- ZOEK 23
1.6. OPZET EN METHODE VAN HET ONDERZOEK 24
2. DE RECHTSPRAAK VAN HET EHRM; ENIGE KA- RAKTERISTIEKEN 31
2.1. INLEIDING; HISTORISCHE ACHTERGROND VAN HET EVRM 31 2.2. DE
RECHTSPRAAK VAN HET EHRM; ENKELE KARAKTERIS- TIEKEN 33
2.2.1. TERUGHOUDENDHEID BIJ TOETSING VAN REGELGEVING 34 2.2.2. MARGIN
OFAPPRECIATION 35
2.2.3. VOORKEUR VOOR DE OBJECTIEF TELEOLOGISCHE INTERPRE- TATIE-METHODE
36
2.2.4. AUTONOME, EVOLUTIEVE EN EFFECTIEVE UITLEG 38
2.2.5. AANSLUITING BIJ DE LIBERALE GRONDRECHTSTHEORIE 40 2.2.6. SAMEN
VATTING 46
1.1 1.2
1.2 1.2 1.2
1.2
1.3
1.4 1.5
. 1. .2.
.3.
.4.
-I-
IMAGE 3
3. DE STREKKING VAN DE IN ARTIKEL 6 EVRM GE-
NOEMDE RECHTEN 47
3.1. INLEIDING 47
3.2. HET RECHT OP EEN EERLIJKE BEHANDELING 48
3.2.1. INLEIDING 48
3.2.2. DE ONSCHULDPRESUMPTIE 50
3.2.2.1. MATERIEELRECHTELIJKE ASPECTEN 50
3.2.2.2. PROCESRECHTELIJKE ASPECTEN 57
3.2.3. HET BEGINSEL VAN EEN ACCUSATOIRE PROCESVOERING, HET BEGINSEL VAN
EQUALITY OF ARMS EN HET ONMID- DELLIJKHEIDSBEGINSEL 59
3.2.3.1. HET BEGINSEL VAN EEN ACCUSATOIRE PROCESVOERING 59 3.2.3.2.
EQUALITY OF ARMS 63
3.2.3.3. HET ONMIDDELLIJKHEIDSBEGINSEL 64
3.2.4. DE AAN DE VERDACHTE TOEGEKENDE VERDEDI-
GINGSRECHTEN 66
3.2.4.1. HET RECHT OP VOLDOENDE INFORMATIE 66
3.2.4.2. HET RECHT OP VOLDOENDE TIJD 68
3.2.4.3. HET RECHT OM ZIEH ZELF TE VERDEDIGEN OF ZIEH TE DOEN BIJSTAAN
DOOR EEN RAADSMAN 69
3.2.4.4. HET RECHT OM GETUIGEN TE DOEN OPROEPEN EN TE ON- DERVRAGEN 74
3.2.4.5. HET RECHT OP BIJSTAND VAN EEN TOLK 79
3.2.4.6. HET RECHT OM TER TERECHTZITTING AANWEZIG TE ZIJN 79 3.2.5. DE
DOELEINDEN VAN HET RECHT OP EEN EERLIJKE BEHAN- DELING 80
3.2.5.1. BESCHERMING TEGEN EEN WILLEKEURIGE VEROORDELING EN TEGEN EEN
WILLEKEURIGE STRAFTOEMETING 80
3.2.5.2. ANDERE DOELEINDEN? 84
3.3. OPENBAARHEID 88
3.4. HET RECHT OP EEN BEHANDELING DOOR EEN BIJ DE WET INGESTELDE,
ONPARTIJDIGE EN ONAFHANKELIJKE RECHTER 90 3.5. HET RECHT OP TOEGANG TOT
DE RECHTER 92
3.6. HET RECHT OP EEN BEHANDELING BINNEN EEN REDELIJKE TERMIJN 92
3.7. SAMENVATTING 94
-II-
IMAGE 4
4. DE TOEPASSELUKHEID VAN ARTIKEL 6 EVRM 97
4.1. INLEIDING 97
4.2. WANNEER IS EEN PROCEDURE STRAFRECHTELIJK IN DE ZIN VAN ARTIKEL 6
EVRM? 97
4.2.1. TWEE SOORTEN KRITERIA: AUTONOME EN FORMELE 97
4.2.2. TUCHTRECHTELIJKE PROCEDURES; DE ZAKEN ENGEL E.A., CAMPBELL, WEBER
EN DEMICOLI 99
4.2.2.1. DE ZAAK ENGEL EN ANDEREN 99
4.2.2.2. DE ZAAK CAMPBELL 101
4.2.2.3. DE ZAAK WEBER 103
4.2.2.4. DE ZAAK DEMICOLI 104
4.2.3. PROCEDURES DIE VOLGENS DE NATIONAALRECHTELIJKE BENAMING
ADMINISTRATIEFRECHTELIJK VAN AARD ZIJN; DE ZAKEN OEZTUERK EN LUTZ 105
4.2.3.1. DE ZAAK OEZTUERK 105
4.2.3.2. DE ZAAK LUTZ 106
4.2.4. DE KRITERIA VOOR EEN AUTONOME INVULLING VAN HET BEGRIP CRIMINAL
CHARGE NADER BELICHT 107
4.2.4.1. HET EERSTE CRITERIUM: HET RECHTSGEBIED, WAARIN HET DELICT
VOLGENS HET RECHT VAN DE AANGEKLAAGDE STAAT THUISHOORT 107
4.2.4.2. HET TWEEDE CRITERIUM: DE AARD VAN HET DELICT 108 4.2.4.3. HET
DERDE CRITERIUM: DE AARD EN DE ERNST VAN DE OP HET DELICT STAANDE
SANCTIE 109
4.2.5. VOORLOPIGE CONCLUSIE HO
4.2.6. IS HET ONDERSCHEID TUSSEN ZOGENAAMDE ADMINISTRA- TIEFRECHTELIJKE
EN TUCHTRECHTELIJKE PROCEDURES TEN AANZIEN VAN DE TOEPASSELIJKHEID VAN
ARTIKEL 6 EVRM TE RECHT VAARDIGEN? 111
4.2.7. WANNEER IS EEN SANCTIE PUNITIEF VAN AARD? 115
4.2.7.1. INLEIDING; EEN RUIM STRAFBEGRIP 115
4.2.7.2. BEGRIPSOMSCHRIJVING AAN DE HAND VAN DE DOELEIN- DEN VAN ARTIKEL
6 EVRM 116
4.3. OP WELK MOMENT BINNEN DE PROCEDURE MOET DE VERDACHTE ZIJN RECHTEN
EX ARTIKEL 6 EVRM KUNNEN UITOEFENEN? 119
4.4. SAMENVATTING 125
-III-
IMAGE 5
5. GEV ALLEN WAARIN ONDANKS DE NIET-UITOEFE-
NING VAN EEN RECHT EX ARTIKEL 6 EVRM GEEN SPRAKE IS VAN EEN
VERDRAGSSCHENDING 127
5.1. INLEIDING 127
5.2. DE SITUATIE WAARIN EEN VERDACHTE EEN RECHT EX ARTI- KEL 6 EVRM NIET
KAN UITOEFENEN 128
5.2.1. BELANGENTEGENSTELLINGEN 128
5.2.1.1. INLEIDING 128
5.2.1.2. EXPLICIET DOOR HET EVRM GEREGELDE SITUATIES 129 5.2.1.3. NIET
EXPLICIET DOOR HET EVRM GEREGELDE SITUATIES 130 - CONCURRENTIE VAN
VERDRAGSRECHTEN 131
- COLLISIE VAN VERDRAGSRECHTEN 137
* DE BESTRIJDING VAN DE (ZWARE) CRIMINALITEIT 138 * HET TEGENGAAN VAN DE
OVERBELASTING VAN HET JUSTITIEEL APPARAAT EN BUDGETTAIRE BELANGEN 140 *
HET HANDHAVEN VAN EIGEN TRADITIES OF REGIONALE
BIJZONDERHEDEN 142
* DE ZWAARTE VAN HET DELICT ALS MEEWEGENDEFAC- TOR BIJ DE
BELANGENAFWEGING 142
5.2.2. REPARATIE 144
5.2.3. COMPENSATIE 149
5.2.4. BEPERKINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE OPVATTING DAT DE LIDSTATEN
TEN AANZIEN VAN ARTIKEL 6 EVRM EEN INSPANNINGSVERPLICHTING HEBBEN EN
GEEN RESULTAATS- VERPLICHTING 151
5.2.5. DOOR DE LIDSTAAT ZIJN REEDS VOLDOENDE CONSEQUEN- TIES VERBONDEN
AAN DE INBREUK OP EEN VERDRAGS- RECHT 153
5.3. AFSTAND VAN RECHT 156
5.3.1. DE TERM RECHT 156
5.3.2. MOEGEN DE DOOR ARTIKEL 6 EVRM BESCHERMDE RECHTSBELANGEN WORDEN
AANGETAST OP BASIS VAN DE AFSTAND VAN RECHT? 157
5.3.2.1. DE VERDRAGSTEKST 157
5.3.2.2. DE STRAATSBURGSE JURISPRUDENTIE 158
5.3.2.3. TOEPASSING VAN DE LIBERALE GRONDRECHTSTHEORIE 161 - ARGUMENTEN
PRO 161
- ARGUMENT CONTRA 163
5.3.2.4. ANDERE GRONDRECHTSTHEORIEEN 164
5.3.2.5. EIGEN OPVATTING 165
5.3.3. VOORWAARDEN VOOR EEN RECHTSGELDIGE AFSTAND VAN RECHT 167
5.3.3.1. INLEIDING 167
-IV-
IMAGE 6
5.3.3.2. VRIJWILLIGHEID 168
- VOLDOENDE EN DUIDELIJKE INFORMATIE 169
- GEESTELIJKE COMPETENTIE 171
- AFWEZIGHEID VAN DWANG 171
- VOLDOENDE TIJD 173
- EEN DUIDELIJKE VERKLARING 173
5.3.3.3. DE HANDELINGSVRIJHEID VAN DE VERDACHTE 175
5.4. CONCLUSIE 177
6. ARTIKEL 6 EVRM; CONSEQTJENTIES VOOR HET NE- DERLANDSE RECHT 179
6.1. HET EVRM BINNEN DE NEDERLANDSE RECHTSORDE 179
6.1.1. DE PLAATS VAN HET EVRM BINNEN DE NEDERLANDSE RECHTSORDE 179
6.1.2. DE CONSEQUENTIES VAN HET EVRM VOOR DE REGELGE- VER EN DE
REGELTOEPASSER 181
6.2. TOETSING VAN EEN AANTAL IN NEDERLAND VOORKOMEN- DE RECHTSFIGUREN
AAN ARTIKEL 6 EVRM 183
6.2.1. INLEIDING 183
6.2.2. DE TE TOETSEN RECHTSFIGUREN 184
6.2.3. DE KOERTE AANDUIDING VAN HET FEIT 189
6.2.3.1. WETGEVING 189
6.2.3.2. DE VERHOUDING TUSSEN HET STREVEN NAAR SNELHEID EN DE POSITIE
VAN DE VERDACHTE ZOALS GEZIEN DOOR DE WETGEVER 197
6.2.3.3. JURISPRUDENTIE 198
6.2.3.4. LITERATUUR 200
6.2.4. DE KOERTE AANDUIDING VAN HET FEIT GETOETST AAN ARTIKEL 6 EVRM 200
6.2.4.1. HET RECHT OP VOLDOENDE INFORMATIE (ARTIKEL 6 LID 3 ONDER A) 200
6.2.4.2. HET RECHT OP VOLDOENDE TIJD (ARTIKEL 6 LID 3 ONDER B) 205
6.2.4.3. DE ONSCHULDPRESUMPTIE (ARTIKEL 6 LID 2 EVRM) 206 6.2.4.4.
CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 206
6.2.5. DE VOEGING AD INFORMANDUM 208
6.2.6. DE VOEGING AD INFORMANDUM GETOETST AAN ARTIKEL 6 EVRM 211
6.2.6.1. HET RECHT OP VOLDOENDE TIJD OM DE VERDEDIGING VOOR TE BEREIDEN
(ARTIKEL 6 LID 3 ONDER B) 212
6.2.6.2. HET RECHT OP VOLDOENDE INFORMATIE (ARTIKEL 6 LID 3 ONDER A) 215
-V-
IMAGE 7
6.2.
6.2. 6.2. 6.2. 6.2.
6.2. 6.2.
6.2. 6.2. 6.2. 6.2.
6.2. 6.2. 6.2. 6.2.
6.2 6.2 6.2 6.2 6.2
6.2 6.2 6.2 6.2
6.2 6.2
6.2 6.2 6.2 6.2 6.2 6.2
6.2 6.2
6.3. 6.4. 7. 7.1.
7.2.
7.3, 7.4,
7.5 7.6 ,7.7 8.
.8.1 .8.2 .8.3 .9. .9.1 .9.2 .10. .10.1. .10.2.
.10.3. .11. .11. .11.
.11. .11.
.12. .12. .12. .12. .12. .13.
.13. .13.
1. 2. 3. 4.
1. 2. 3. 4.
,1. ,2.
DE ONSCHULDPRESUMPTIE (ARTIKEL 6 LID 2 EVRM) 216 CONCLUSIE 218
VERKORTING VAN DAGVAARDINGSTERMIJNEN 220
INLEIDING 220
DE REGELING INZAKE DE MINIMUM DAGVAARDINGSTE- RMIJNEN ZOALS DIE GOLD TOT
1 MEI 1992; DE OUDE ARTIKELEN 265, 370 LID 1 EN 398 SUB 1 SV 223
DE ARTIKELEN 370 EN 386 LID 2 SV 225
DE REGELING INZAKE DE MINIMUM DAGVAARDINGSTE- RMIJNEN VANAF 1 MEI 1992;
HET NIEUWE ARTIKEL 265 SV 230
SNELRECHT 233
JURISPRUDENTIE INZAKE ARTIKEL 370 SV 236
LITERATUUR 238
DE KOERTE DAGVAARDINGSTERMIJN GETOETST AAN ARTIKEL 6 EVRM 240
DE WETTELIJKE REGELING 240
HET AMSTERDAMSE SNELRECHT 243
CONCLUSIE 245
DE TRANSACTIE 247
DE TRANSACTIE-REGELING 247
LITERATUUR 251
DE TRANSACTIE GETOETST AAN ARTIKEL 6 EVRM 252
DE TOEPASSELIJKHEID VAN ARTIKEL 6 EVRM 252
AFSTAND VAN RECHT BIJ DE TRANSACTIE 253
- VRIJWILLIGHEID 257
- HANDELINGSVRIJHEID 259
CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 266
DE WET MULDER 268
DOELSTELLINGEN VAN DE WET MULDER 268
INHOUD VAN DE WETTELIJKE REGELING 270
DE TOEGANG TOT DE RECHTER BINNEN DE WET MULDER 272 DE VEREENVOUDIGDE
RECHTERLIJKE PROCEDURE BINNEN DE WET MULDER 276
ENKELE ASPECTEN VAN DE WET MULDER GETOETST 281 DE TOEPASSELIJKHEID VAN
ARTIKEL 6 EVRM 281
HET RECHT OP TOEGANG TOT DE RECHTER 282
DE ONSCHULDPRESUMPTIE 288
CONCLUSIE 296
HET PUNITIEVE GEBRUIK VAN DWANGMIDDELEN OF VOOR- LOPIGE MAATREGELEN 298
INLEIDING 298
DE VERPLICHTE VOORGELEIDING EX DE ARTIKELEN 370 EN 386 LID 2 SV 302
-VI-
IMAGE 8
6.2.13.3. DE VERPLICHTE VOORGELEIDING EX DE ARTIKELEN 370 EN
386 LID 2 SV GETOETST AAN ARTIKEL 6 EVRM 306
6.2.13.4. DE WETTELIJKE REGELING VAN DE VOORLOPIGE HECHTE- NIS; ARTIKEL
67A LID 2 ONDER 1 SV 309
6.2.13.5. DE WETTELIJKE REGELING VAN DE VOORLOPIGE HECHTENIS GETOETST
AAN ARTIKEL 6 EVRM 311
6.2.13.6. DE VOORLOPIGE HECHTENIS IN DE PRAKTIJK; HET AM- STERDAMSE
MODEL 315
6.2.13.7. HET AMSTERDAMSE MODEL BETREFFENDE DE VOORLOPIGE HECHTENIS
GETOETST AAN ARTIKEL 6 EVRM 318
6.2.13.8. ARTIKEL 27 WVW 319
6.2.13.9. ARTIKEL 27 WVW GETOETST AAN ARTIKEL 6 EVRM 324 6.2.13.10.
CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 327
SAMENVATTING 329
SUMMARY 337
GERAADPLEEGDE LITERATUUR 341
GERAADPLEEGDE JURISPRUDENTIE 353
JURISPRUDENTIE REGISTER 357
-VN-
|
| any_adam_object | 1 |
| author | Hartog, Anita den |
| author_facet | Hartog, Anita den |
| author_role | aut |
| author_sort | Hartog, Anita den |
| author_variant | a d h ad adh |
| building | Verbundindex |
| bvnumber | BV026129780 |
| ctrlnum | (OCoLC)636468899 (DE-599)BVBBV026129780 |
| format | Thesis Book |
| fullrecord | <?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?><collection xmlns="http://www.loc.gov/MARC21/slim"><record><leader>01118nam a2200289 c 4500</leader><controlfield tag="001">BV026129780</controlfield><controlfield tag="003">DE-604</controlfield><controlfield tag="005">20220804 </controlfield><controlfield tag="007">t</controlfield><controlfield tag="008">110326s1992 m||| 00||| dut d</controlfield><datafield tag="020" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">9062153372</subfield><subfield code="9">90-6215-337-2</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(OCoLC)636468899</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(DE-599)BVBBV026129780</subfield></datafield><datafield tag="040" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">DE-604</subfield><subfield code="b">ger</subfield><subfield code="e">rakwb</subfield></datafield><datafield tag="041" ind1="0" ind2=" "><subfield code="a">dut</subfield></datafield><datafield tag="049" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">DE-188</subfield></datafield><datafield tag="100" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Hartog, Anita den</subfield><subfield code="e">Verfasser</subfield><subfield code="4">aut</subfield></datafield><datafield tag="245" ind1="1" ind2="0"><subfield code="a">Artikel 6 EVRM</subfield><subfield code="b">grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen</subfield><subfield code="c">Anita den Hartog</subfield></datafield><datafield tag="264" ind1=" " ind2="1"><subfield code="a">Antwerpen <<[u.a.]>></subfield><subfield code="b">Maklu Uitg.</subfield><subfield code="c">1992</subfield></datafield><datafield tag="300" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">IX, 358 S.</subfield></datafield><datafield tag="336" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">txt</subfield><subfield code="2">rdacontent</subfield></datafield><datafield tag="337" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">n</subfield><subfield code="2">rdamedia</subfield></datafield><datafield tag="338" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">nc</subfield><subfield code="2">rdacarrier</subfield></datafield><datafield tag="502" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Zugl.: Groningen, Rijksuniv., Diss., 1992</subfield></datafield><datafield tag="655" ind1=" " ind2="7"><subfield code="0">(DE-588)4113937-9</subfield><subfield code="a">Hochschulschrift</subfield><subfield code="2">gnd-content</subfield></datafield><datafield tag="856" ind1="4" ind2="2"><subfield code="m">GBV Datenaustausch</subfield><subfield code="q">application/pdf</subfield><subfield code="u">http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=021719696&sequence=000001&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA</subfield><subfield code="3">Inhaltsverzeichnis</subfield></datafield><datafield tag="999" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-021719696</subfield></datafield></record></collection> |
| genre | (DE-588)4113937-9 Hochschulschrift gnd-content |
| genre_facet | Hochschulschrift |
| id | DE-604.BV026129780 |
| illustrated | Not Illustrated |
| indexdate | 2024-07-09T23:05:42Z |
| institution | BVB |
| isbn | 9062153372 |
| language | Dutch |
| oai_aleph_id | oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-021719696 |
| oclc_num | 636468899 |
| open_access_boolean | |
| owner | DE-188 |
| owner_facet | DE-188 |
| physical | IX, 358 S. |
| publishDate | 1992 |
| publishDateSearch | 1992 |
| publishDateSort | 1992 |
| publisher | Maklu Uitg. |
| record_format | marc |
| spelling | Hartog, Anita den Verfasser aut Artikel 6 EVRM grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen Anita den Hartog Antwerpen <<[u.a.]>> Maklu Uitg. 1992 IX, 358 S. txt rdacontent n rdamedia nc rdacarrier Zugl.: Groningen, Rijksuniv., Diss., 1992 (DE-588)4113937-9 Hochschulschrift gnd-content GBV Datenaustausch application/pdf http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=021719696&sequence=000001&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA Inhaltsverzeichnis |
| spellingShingle | Hartog, Anita den Artikel 6 EVRM grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen |
| subject_GND | (DE-588)4113937-9 |
| title | Artikel 6 EVRM grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen |
| title_auth | Artikel 6 EVRM grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen |
| title_exact_search | Artikel 6 EVRM grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen |
| title_full | Artikel 6 EVRM grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen Anita den Hartog |
| title_fullStr | Artikel 6 EVRM grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen Anita den Hartog |
| title_full_unstemmed | Artikel 6 EVRM grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen Anita den Hartog |
| title_short | Artikel 6 EVRM |
| title_sort | artikel 6 evrm grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen |
| title_sub | grenzen aan het streven de straf eerder op de daad te doen volgen |
| topic_facet | Hochschulschrift |
| url | http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=021719696&sequence=000001&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA |
| work_keys_str_mv | AT hartoganitaden artikel6evrmgrenzenaanhetstrevendestrafeerderopdedaadtedoenvolgen |