Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen: 5. - 3. uitg. - 1869. - Getr. Zählung : Ill., Kt.
Gespeichert in:
1. Verfasser: | |
---|---|
Format: | Buch |
Sprache: | Dutch |
Veröffentlicht: |
Zwolle
Van Hoogstraten & Gorter
1869
|
Online-Zugang: | Inhaltsverzeichnis |
Internformat
MARC
LEADER | 00000nam a2200000 cc4500 | ||
---|---|---|---|
001 | BV004931679 | ||
003 | DE-604 | ||
005 | 00000000000000.0 | ||
007 | t | ||
008 | 920526s1869 |||| 00||| dut d | ||
035 | |a (OCoLC)631445793 | ||
035 | |a (DE-599)BVBBV004931679 | ||
040 | |a DE-604 |b ger |e rakddb | ||
041 | 0 | |a dut | |
049 | |a DE-473 | ||
100 | 1 | |a Jonge, Johannes Cornelis de |d 1793-1853 |e Verfasser |0 (DE-588)100364446 |4 aut | |
245 | 1 | 0 | |a Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen |n 5. - 3. uitg. - 1869. - Getr. Zählung : Ill., Kt. |c door J. C. de Jonge |
264 | 1 | |a Zwolle |b Van Hoogstraten & Gorter |c 1869 | |
336 | |b txt |2 rdacontent | ||
337 | |b n |2 rdamedia | ||
338 | |b nc |2 rdacarrier | ||
773 | 0 | 8 | |w (DE-604)BV004931674 |g 5 |
856 | 4 | 2 | |m Digitalisierung UB Bamberg - ADAM Catalogue Enrichment |q application/pdf |u http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=003017432&sequence=000002&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA |3 Inhaltsverzeichnis |
999 | |a oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-003017432 |
Datensatz im Suchindex
_version_ | 1804119047338459136 |
---|---|
adam_text | INHOUD VAN HET YIJFDE DEEL.
OVER DEN TOESTAND VAN TIET NEDER-
LANDSCHE ZEEWEZEN EN DE VERBE-
TERINQEN DAA RIN OEBRAGT, VAN HET
BEGIN DES ENGELSCHEN OORLOGS TOT
AAN DE SLOOPING VAN HET GEMEENE-
BEST DER VEREENIQDE NEDERLANDEN,
A°. 1780—1795.
Groote ijver om het Zeewezen te
herstelleu , vödr, bij en na het
uitbreken van den oorlog raet
Engeland........................
Binnen 12 of 18 jaren (van 1777-
1789) worden 92 oorlogssche-
pen gebouwd» waaronder 40
van linie......................
Ruim 75 millioen worden aap dien
bouw, de magazijnen en de uit-
ruatmgen te koste gelegd. . . .
Sedert vermindert de aanbouw;
van 1790-1795 worden slechts
6 scbepen gebouwd, waaronder
2 van linie....................
De schepen worden gedeeltelijk bij
aanbesteding, met overhaasting
en van nat hout gebouwd.. . .
Nadeelige gevolgen daarvan ....
Van den anderen kant, maakt men
zieh ten nutte de vorderingen ,
die de scheepsbouw gemaakt
heeft...........................
Het koperen der oorlogsschepen
wordt thans ingevoerd...........
De wapening wordt verbeterd. . .
De carronades worden in gebruik
gebragt .......................
Eene bekwarne berg- en legplaats
voor de oorlogsschepen gedn-
rende den winter, wordt gezöcht
en in het Onde Veer, bij het
eiland Wieringen, gevonden . .
Het Nieuwediep wordt tot eene
haven voor oorlogsschepen aan-
gelegd.........................
Pogiugen tot verdere verbeterin-
gen van bet Nieuwediep, doch
die zonder gevolg blijven......
Het dok teVlissingen wordt her-
steld........................
Eene Commisaie wordt benoemd
Bladz.
1-2.
2.
3.
3.
4.
5.
5-7.
7-9.
10-11.
11.
12-14.
14.
14-17.
17-19.
tot verbetering der overige zee-
havens en dokken...........
Men vangt aan met de verbete-
ring van het Dok of Hok te
Amsterdam.................... .
De gebouwen en werven der Ad-
miraliteiten worden verbeterd ,
en hospitalen voor de zeelieden
aangelegd......................
Voorstellen, 1782-1783, orajaar-
lijks op den staat van oorlog
eene bepaalde som en vasten
post tot onderhoud en uitrus-
ting der oorlogsschepen te breii-
gen .............................
Besluit, 1792 , om zulk eene vaste
som op den buitengewonen Staat
van oorlog te brengen.........
Belangrijkheid en gevolgen daar-
van .............................
Besluit, op voorstel van den Prins,
tot oprigtiüg van een in vas-
ten dienst blijvend corps de
marine van 6000 man , deels uit
scheepssoldaten, deels uit ma-
trozen bestaaude...............
De hoogere en lagere bevelhebbers
van dit corps worden door den
Prins benoemd.................
Nadere beraadslagingen over de
oprigÜDg van dat corps, waar-
aan geen verder gevolg gege-
ven wordt.....................
Gewijzigde voorstellen van den
Stadhouder, tot oprigting van
een corps soheeps- of zeeartil-
leristen en tot het verleenen
van vaste jaarwedden aan de
zeeoffi eieren.................
Beide voorstellen worden door
H. H. Mo. goedgekeurd en
körnen tot stand..............
Plannen tot oprigting van een
kadetten-corps voor den zee-
dienst, tot herziening van den
artikelbrief, en tot het doen
schäften voor rekeniug van den
Staat, doch die alle zonder ge-
volg blijven.....................
Oprigting van het fonds tot on-
derstand van behoeftige zee-
Bladz.
19.
20.
21-22.
22-23.
24.
24- 26.
25- 27.
28.
28-29.
30-34.
34.
35-86.
VI
INHOUD VAN HET VIJFDE DEEL.
officieren, hunne weduwen en
weezen.........................
Bij het uitbreken van den Engel-
schen uorlog bezat het G^inee-
nebest reeds een corps van kun-
dige en ervareue zeeotlicieren .
Vele ottioiercn misten echter the-
oretische kennis, en de krijes-,.
tncht was zwak , de dienst on-
geregeld en een mihtaire geest
was verre van algemeeu ie zijn.
Uitstckende diensten van den Vice-
Adtn. Van DYLAN dt, den kapt.
J. o. va.llant en den Ridder
van Kl N SB erg en , aan bet zee-
wezen , dour de uitgave van be-
langrijke werken over de theorie
en de praktijk vau den zeedienst.
Groote verbeteriogen door van
K1N9UERGEN in de dag- en
Dachtseinen , thnus nog bij ouze
marine in gebruik..............
ilet herstel van de krijgstucht,
der betere regeJing van den
dienst en de opwekking van deu
militairen geest, heeft het zee-
wezett groutendeels aan van
K. INSDEROEN te danken.........
Gelukkige gevolgen van een en
ander en heiJzame invlutd op
de zeemagt.....................
Günstig oordeel van den Brilsehen
Admiraal, lord hohe, over de
N ederlundsehe zeemagt in deze
dagen..........................
Bij al het goede en mittige, dat
voor het zeewezeu gedaanwas,
bleef bet verdeeld en gebrekkig
bestunr der Adiniraliteits-Col-
legieu over................ . . .
Erustige pugiugen , bijzonder van
deu Raadpensionaris VaN de
Spiegel, tot alschalüng van
dat bestunr en tut oprigting
van een algerneenen zecraaJ...
Hevi^e tegenkantingen verijdelen
deze nuttige pogingen..........
Het bestuur bleef dus gelijk het
was, en noodlottige gevo.gen
daarvan ; de ware reden van
den vervallen tuestand , wauriu
het zeewezen tijdens de um wen -
teling verkeerde..................
Bladz.
37-38.
38-39.
39-40.
41-45.
45-47.
47-56.
56.
57.
57-58.
58-61.
61-63.
63-64.
KRIJGSVKKKIGTINGEN EN AN DERK GEBKUR-
TENISSKN, VAN DEN W APEN STI LST AND
EN DAAKOP OEVOLGDEN VREDE il ET
ENGELAND, TOT AaN DE INNKMING VAN
HET G EM EEN EHEST DOOK DE PRATSCHEN.
Ao. 1783—1795.
Bladz.
Een eskader vertrekt in 1783, tot
overbrenging van den Nedcrl.
gezant naar Noord-Amerika .. 65.
Bladz .
Ontzettende ramp, overgekomen
aan het scbip de Nrjprins^ kapt.
abekson, tut dat eskader be-
huoreitde....................... 65-66.
De Nassau- Weilburg kapt. S.MIS-
saert, uit Westiudie terugkee-
rende, zinkt....................... 67.
De Rtjnland, kapt. M dl der, ver-
br«ndt op de reede vau Texel. 68.
Sebrikkelijke sturm in de gulf van
Narbunne, waarduor het eska-
der verstruoid wurdt, alle sehe-
pen in izroot gevanr körnen eu
de Drenthe met man en muís
vergaat....................... 69-71 .
Verrigtiugen vau het eskader... 72.
De Vice-Admiraal reynsr wordt
met het eskader teruggeroepen
wegens de ontstane geschilJen
met den Keizer en hem het ge-
bied op de Schelde opgedrageu . 72-73.
M:mtregelen door den Viee-Adrni-
raal reynst genuinen............ 74-75.
Eene keizerlijke kuopvaardij brik
zakt de Schelde uf en wurdt
met geweld gesiuit................ 75-77.
Een ander keizerlijk vaartuig tracht
de Schelde op te varen, doch
wordt inede in beslag genumen. 78.
Gevulgeu van dit gebeurde en ver-
dere verrigtiugen van ’a Lauds
schepen.............................. 79-80.
De brik de Ajax zinkt-, zelfop-
offering van den luitenant de:
PETERSEN.............................. 80.
De geschillen met den Keizer
worden dour bemiddeling van
Frankrijk bijgelt-gd eu een ver-
drag te Parijs gesloten.......... 81-82.
Levendigc geestdrift wegens dit
dieustbevvijs van Frankrijk.... 82.
Voorstel van Holland, om aau
de Fiansche regeriug, tot be-
wijs van erkeuiely kheid , twee
te Harlingen liggende, voltouide
liuiesehepen aan te bieden . . . . 82.
Hieraan kan geeti gevulg gegevcn
wurden, omdat deze schepen
niet uit de haven kuuneu wur-
den gebragt.................. 83-84 .
Eene Comiuissie tot onderzoek
wurdt benoemd, doch vruchte-
loos, zoudat de schepen voor
sleet mueten verkocht worden . 84.
Een eskader ouder den Schont*
bij-nacht van ki^sbergen be-
geeft zieh naar de Middeiiand-
sche zee........................ 85 .
Verrigtiugen vau dit eskader... 85-90.
DR eskader wordt vervaugen door
een ander, onder den kapilein
j. boot.................... 90 .
Wat door dit eskader gedaan wordt. 90-91.
Het wordt afgelost door een
INllOUD VAN HET V1JFDE DEEL.
VII
eskader onder den kapitein p.
MELVILL......................*
Treurige toestand van het Vader-
land door de burgertwisten, bij
de terugkomst van het eskader
onder den kapitem J. boot. .
Noodlottige uitwerkseleu dier
twisten op het zeewezen .....
Door de te Woerden en Amster-
dam gevestigde commission wor-
den gewapeude vaartuigen uit-
gerust, die post vatten op de
rivieren en de Zuiderzee .....
Kapitein p. h. van pelt, Opper-
bevelhcbber der navale inagt
van de Heeren Staten van Hol-
land en Westvriesland........., .
Gewelddadighedeu, door de gewa-
peüde vaartuigen op de Zuider-
zee gepleegd en hevige klagten
daarover.....................
De Staten van Zeeland doen eenige
schepeu uitrusteri, om een wa-
kend oog te houden op de
Hollandsche gewapende vaar-
tuigen .........................
’t Voorgevallene aan den Helder
met de kapiteins decker en
TU LLEKEN en den luitenant
i JEG. VAN B RA AM , die, Op last
der Gecommitteerde Raden van
Noordholiand, gevankelijk wor-
den weggevoerd..................
Wat venter met deze otlicieren
gebeurt .....................
Met den ommekeer van zaken
worden de gewapende vaartui-
gen van de Maze buiten dienst
gesteld , waarvan de meeste ech-
ter verloreu gaan...............
Te Amsterdam en op de Zuiderzee
blijveii zij nog in dienst, en
meerdere, benevens gesehnt,
oorlogsbehoeften en wapenen
worden gevurderd...............101-102.
Met de onderwerping van Amster-
dam houdt zuiks ook aldaar op ,
en de op de vaartuigen gediend
hebbende zeeoüicieren verdaten
het land.......................... 102.
Regtsgeding tegen sommige dier
zeeoüicieren en vonnissen over
hen geveld............... 103-104.
Pieter paulus wordt van zijne
betrekking van Raad- en Ad-
vokaat Fiscaal bij de Adtnira-
liteit van de Maze ontzet. . . ,104-105.
Behalve het eskader van den ka-
pitein p. melvill, worden er
nog vijf eskaders, onder den
kapitein J. schreuder ha-
Rinoman, den Scbout bij-nacht
c. H. MULDER, Vice-Adniiraal
w. van bkaam , kapitein p. s.
Bladz.
VAN BYLANDT CU SchoUt-bij
nacht p. MELVILL, achtervol-
gens naar de Middellandsche
zee gezouden.. . ..............105-106.
Verrigtingen van de vijf eerstge-
noemde eskaders................106-115.
Geschillen met Marocco ; de ka-
pitein HARiNGMAN derwaarts,
als gezant, gezonden; nadere
zending van den kapitein bols;
de geschillen bijgelegd...........107-110.
Geschillen met Tripoli, mede uit
den weg geruimd................110-111.
Ernstige twisten en oorlog met
Algiers........................112-115.
De Schout-bij nacht MELVILL der-
waarts met een vrij sterk es-
kader gezonden , tut herstel van
den vrede, siaagt daarin na
vele moeijelijkbeden,...........115-117.
Verrigtingen van de zeeinagt in
de nabijheid dezer gewesten en
andere gebeurtenissen 1739—
1702..........................118-121 .
Een eskader onder deu Schout-
bij nacht van kinsbkrgen
kruist in de Noordzee, 1789. 118.
Een hulp-eskader onder denzelf-
den Schont- bij nacht wordt naar
Eugelaud gezouden, 1790.... 119.
Het fregat de JSrielle vergaat. 120.
’s Lands magazijn te Amsterdam
verbraudt......................121-122.
Een Flausch smaldeel zeilt de
Schelde op , niettegenstaande de
vertoogen dezerzijds.............122-123.
De kapitein j. schreuder ha-
ringma.v w ordt naar Zeelaud
gezpndeu, om het gebied over
de schepen van oorlog op zieh
te neinen.......................... 123.
Een Britsch hulp-eskaderdaagtop. 124.
Maatregelen, door iiaringman
genomen......................... 124.
De Fransche Republiek verklaart
den oorlog aan deu Staat............. 125.
Verdere niaatregelen vau hakino-
man en ontwerp om het Fran-
sche wachtschip la St. Jjueie
te overromfielen................125-126.
Deze ondememing wordt manmoe-
dig en geLukkig volbragt onder
geleide van den luitenant w. o.
BLOYS VAN TRESLONG-..........126-128.
Groote en algemeeue belangstei-
ling in het weislagen van deze
ondememing, en belooningen
daarvoor verleend............ .129-130.
Stout plan van dümousiez ora tot
in het hart van Holland door
te dringen, en maatregelen ter
afwending van het gevaar.... 131-133.
IJver der Admiralil eiten , bijzon-
der van die der Maze. ......133-134.
Bladz .
91.
92.
92- 93.
93- 94.
94.
94- 95.
95.
96-99.
99.
100.
VIII
INHOÜD VAN HEX VIJEDE DEEL.
Bladz .
Den Schont-bij-nacht melvill
wordt voorloopig bet bevel over
de scheepsmagt op de Holland-
sche rivieren opgedrogen..... 134.
De Vice-Adiniraal van kinsber-
gen door den Prins tot Opper-
bevelhebber benoemd............ 134.
Zyne verdeeling der scheÄpsmagt
en onverinoeide zorg tot behoud
vau. de Willemstad en tot af-
wending der verdere gevareu.. 135-138,
Hierdoor en door de trau we piigts-
betrachting der ofticieren en
zeelieden wordt de voorgeno-
men landing des vijands belet. 138-139.
De Fran sc hen v er laten de Wil-
lemstad en een konvooi wordt
door ’s Lands schepen derwaarts
geleid......................... 139 .
Mislukte onderneming van den
Eagelschen kapitein Berkeley;
zijne beloouing. . . ............139-140.
Lof, door van ktnsbergen aan
onze zeelieden tuegezwaaid.. .. 141.
Verdere verrigtingen van de zee-
magt tot beveiliging van den
handel.............................. 142.
Van kinsbergen, op zijn ver-
zoek, van het opperbevel ont-
slagen, wordt tot Luitenant-
Admiraal verheven............ 142-143.
Eene flotille kanonneerbooten , on-
der den kapitein n. lemmers,
wordt naar den Rijn gezonden,
om bij het beleg van Mentz te
worden gebruikt................. .143-144.
De veldtogt van 1794, aanvau-
kelijk voorspoedig, krijgt eene
zeer ongunstige wending. . . . .144-145.
Van kinsbergen, op nieuw tot
Opperbevelhebber benoemd ,
verdeelt de linie van defensie
in drie divisien.............. 145-146.
Zijne verdere verrigtingen tot ver-
dediging des Vaderlands . . . . . 146.
Inmiddels hadden er eenige ge-
beurtenissen op zee plaats,
waaronder in de eerste plaats
behoort de moedige verdediging
van ’s Lands fregat de Waah-
zaamheid, kapitein-luitenant J.
W. van hamel; beschrijving
van dit gevecht en uitslag.... 146-149 .
De schooner de Flora wordt door
den vijand venneesterd.. ..... 150.
Andere voorvallen ter zee; kloeke
daad van den Hollandschen ma-
troos A. VAN DER WAL............ 151.
Eransche kapers rigten verwoes-
tingen aan onder de visscherij . 151.
Heldendaad van den matroos
CHRISTIAAN CORNELIS , eil be-
looningen hem geschonken.... 152-153.
Dergefijk bedrijf van een ande-
Bladz.
ren matroos , ^terd adels ge-
naamd....................... 153-154.
Een aautal vrijwilligers van ’s
Lands schepen begeeft zieh naar
Sluis en andere plaatsen van
Staats-Vlaauderen om die te
helpen verdedigen................... 155.
Geestdrift bij de zeelieden..... 155-156.
Dapperheid der zeelieden bij het
verdedigen van Staats-VJaan-
deren.................. 156 .
Gewigtige diensten , door hen ge-
durende het beleg van Sluis
bewezen............................ 156.
Kloeke daad van den luitenant ter
zee j. VAN DEN VELDEN, en
. zijne belooning............... 157-159.
IJver van van kinsbergen, doch
zijne magt is onvoldoeude. . . . 160.
Een Britsch eskader komt tot bij-
stand , en het eskader van den
Schoiit-bij-nacht melvill keert
van Algiers terug................... 161.
Hiermede is het gevaar voor Zee-
land geweken , doch vermindert
de ijver der zeelieden niet.. . . 161 -162 .
Onderscheidene kloeke daden, door
hen bedreven. ................. 162.
Lof, hun door Prins Christiaan
van Hessen-Darmstadt toege-
zwaaid . ....................... 163.
Van kinsbergen vertrekt naar
Holland, om plannee te bera-
men tot dekking dier provincie. 163 .
Hij regelt de verdediging van den
kaut der Zuiderzee............163-164.
Een felie vorst noodzaakt echter
spoedig de schepen veilige ha-
vens te zoeken: de Eranschen
trekkeu het Gemeenebest bin-
nen en de Prins verlaat het
Vaderlaud.................. 164.
Het gebied der vloot wordt door
den Prins voor zijn vertrek aan
van kinsbergen opgedragen . 165.
De Algemeene Staten berusten
daarin, doch Holland verzet
zieh hevig daartegen, waarop
van kinsbergen zijn ontslag
vraagt, kort daarna te Amster-
dam in hechtenis genomen en,
met het geheele corps zeeoffi.-
cieren , van zijne betrekking
van Luitenant-Admiraal ontzet
wordt........................165-167 .
Gebeurtenissen bij de linkerdivisie
van ’s Lands vloot, tijdens de
omwenteling..................... 167 .
Verdrag van den Schout bij-nacht
haringman met den Eranschen
Generaal michaud............. ... 167-169.
Geweldige op stand onder het
scheepsvolk, te Vlissingen ten
getale van omtrent 3000 man
INHOUD VAN HET VIJFDE DEEL.
IX
Bladz.
aanwezig......... ............169-171 *
Edetmoedig aanbod van a. loys-
SEN ... ...................... 171 .
Het oproer wordt gederapt, en de
schepen door het volk veriaten . 172.
Loffelijk gedrag van den Schout-
bij-nacht haringman bij deze
gelegenheid................... 172.
Gebenrtenissen bij het Centrum . 172-173.
O nderscheidene kanonneerbooten
worden veriaten en in den grond
gehakt........................... 173 .
Overdreven berîgten omirent het
gebemde te HellevoetsJnis en
9t geen aldaar door den kapitein
S story zon bedreven zijn... 173-174.
Wezenlijke toedragt en diensten
door story bewezen.. ....... 174-177 .
Ook hier worden bijkans idle sehe-
pen door het volk veriaten... 177.
Gebenrtenissen bij den regtervleu-
gel................................. 178.
Thiers , jomtni en andere buiten-
landsche schrijvers verhalen,
dat ’s Lands vloot bij Texel door
Fransche hussareu en rijdende
artillerie over het ijs genomen
is.................................179-181.
Onderzoek der waarheid van dit
verbaal; tegenspraak van het-
zelve en aanwijziug, dat het
niet meer dan eene fabel of zeer
opgesmnkte voorstelling is.. . . 181-187.
Wezenlijke toedragt van het ge-
beurde en aauduiding van den
waarschijnlijken oorsprong dier
fabel.............................188-191.
Kapitein reijntjes , bevelhebber
van de vloot of het eskader,
verdraagt zieh met de Fran-
schen. ........................... 192.
De ofheieren en zeelieden doen
eed , dat zij niet tegen de Fran-
sche Republiek zullen veebteu ;
aanspraak, door den Generaal
he winter bij die gelegenheid
gehouden. .................. 193.
Onrust, door die aanspraak bij
het scheepsvolk verwekt en be-
denkelijke gisting daaruit ont-
staan.......................... 193.
Men wil den Luitenant-Admiraal
van kinsbergen naar Texel
zenden tot bedaring der gemoe-
deren ; doch Holland verzet zieh
daartegen ; andere maatregelen .194-196.
Men besluit tot de afdankingvan
het scheepsvolk, st geen zonder
verdere onrust volbragt wordt. 196-197.
De FrederiJc Willem , voor Am-
sterdam , wordt door het volk
veriaten....................... . 197.
Trenrige toestand der zeemagt ten
gevolge dezer gebeurtenissen en
Bladz.
van de omwenteling............... 198.
Nog andere rampen treffen het
zeewezen ; acht oorlogsschepen ,
liggende in deBngelsche havens,
worden aangehouden en prijs
verklaard.....................198-201.
Beslnit van dit Hoofdstuk en van
het vijfde Tijdperk...........201-202.
ZESDE TIJDPERK.
VAN DE GROOTE STAATSOMWENTELTNG DES
JAARS 1795, TOT AAN DE ONDERNEMING
TEGEN IEHLAND EN DEN ZE KSLAG VAN
KAMPiîRDUIN, 11 OCTOBER 1797.
Gewigtige invloed der Staatsom- Bîadz.
wenteling op het zeewezen.. . . 203.
Geestdrift tôt herstel der zeemagt. 203.
Vernietiging van bet Kapîtein- en
Adrniraaî-Generaalschap...... 204.
Afschafting der Admiraliteits-col¬
légien.. . ................. 205.
Instelling van een nieuw bestunr,
onder den naam van Committe
van Marine....................206-208.
Cassatie of licentiering van het
geheele corps de Marine...... 208.
Hoogst nadeelige gevolgen van dien
maatregel................... 209-210.
De Generaal de winter, eerst
henoemd tot Adjndant-Generanl
van het Committe van Marine,
daarna tot Vice-Admiraal en
Opperbevelhebber der vloot; re-
denen daarvan.................. 210-213.
Nienwe orgauisatie van het corpa
de Marine. ...................213-214.
Maatregelen tot verbetering van
den scheepsbouw; aanstelling
van een Constructeur-Generaal. 214-215.
Benoeming van j h. vanswinden
tôt Examinator- Generaal............. 215.
Verdere maatregelen tôt verbete-
ring van het zeewezen........ .215-216.
Nieuw reglement omtrent het
Salunt.......................216-217.
Nieuwe Artikelbrief en generale
Order voor den dienst ter zee.217-218.
Treurige , hoewel door velen over-
dreven , toestand van het zee-
wezen, tijdens de Omwenteling. 218.
Eene commissie henoemd , om den
juisten toestand van h%t zee-
wezen te onderzoeken................ 219.
Yerslag dier commissie..........219-2*22.
Besluit daarop...................... 222.
Daaruit voortgesproten voorstellen
van het Committe van Marine
tot uitrusting en bonw van sche-
pen, en besluit daarop...........222-223.
X
INHOUD VAN HET VIJFDE DE EE.
Bladz.
IJver en voortvarendheid tot die
oitrustingen cn dien bouw. . . . 224.
Verdere maatregeten , naar aaDlea-
ding van het ltapport, omtrent
de bestaande inrigtingea der
Marino cu Veränderungen daarin
gebragt...........................224-226.
De dood von pieter Paulus , dc
ziel en het leven van *s Lands
Marine , verhindert de uitvoe-
ring van sommige dier maat-
regelcn.............................. 225,
’s Lands schepen loopen, onder
den Vice-Admiraal de wt^ter,
kortstoudig uit................... 226.
Twee sinnldeclen worden naar het
Oosten en Noorden gezonden . 226-227 .
Het fregat de Alliantie , kapitein
jager, wordt genomen........... 227.
Moeijelijke tuestaud van het Cora-
mitte van Marine, door gelds-
gebrek en gemis van scheeps-
volk; middelen daartegen aan-
gewend............................227-231.
Afschalling der Oud-IIollandsche
of Prinsenvlag, en instelling
der Nationale of Bataafsche
vlag . . .........................231-232.
Do uitrnstingea worden in 1796
krachtdadig voortgczet; 66 sche-
pen van oorlog en 17000 man
in dienst gesteld.................232-233.
Niettegenstaaude alle pogingen ,
ziet de vloot zieh genoodzaakt,
het geheele jaar wcrkcloos te
blijveu liggen....................233-234.
s Lands kotter de Vlugheid wordt
door de Britten nit eeue Noor-
weegsche haven weggevoerd... 234.
Het Fregat de Argo en de kot-
ter Afercurius worden door den
vijand vermeesterd; de brikken
de Echo en^ de Crier loopen
tegen het strand..................235-236.
Twee eskaders, bet een onder den
Vice-Admiraal a. braak., het
ander onder den Schout-bij -
nacht e. Lucas , worden naar
de West- en Oostind. Volks-
plantingen bestemd ; het laatste
meer bepaald tot bijstand , later,
tot herovering van de Kaap de
Goede Hoop........................236-238.
Het eskader onder den Vice-Ad-
miraal braak bereikt zijne be-
sternruing, uitgenomcn twee
fregatten, waarvan de Jason,
kapitein-loitenant g. donckum
door het volk in Scholland op-
gebragt wordt...................238-240.
Merkwaardige gebeurtenisseu ge-
dureDde den togt van beteska-
der onder den Schout-bij-nacht
Lucas tot op de hoogte der kust
Bladz.
van Brazilie.... ..............240-246.
Men beslnit in de Saldnnhabaai te
loopen , ofschoon men weet, dat
de Kaap in ’s vijands handen is. 246.
Gründen daarvoor en beoordeeling
van deze.......................247-249.
Berigten omtrent den vijand , zor-
geloosheid van den Schont-bij-
iiacht, en hetgeen verder ge-
durende het verblijf in de
Saldanha-baai voorvalt............249-255.
De krijgsraad besluit, de Saldanha-
baai ten spoedigste te verlaten
en naar Mauritius te zeilen,
waaraan echter door den Schout-
bij-nacht geen gevolg gegeven
wordt. ....................... 255-258.
Een vijandelijk leger vertoont zieh
aan de oostkust der baai, dat
door de Bellona, kapitein-lui-
tenant i e palck, dapper be-
schoten wordt.................. 258 .
Een Britsch eskader wordt geseind,
zeilt de baai in en ankert in
linie van bataille................... 259.
Voorloopige, doch verwarde, rnad-
plegingen over de verdedigmg
van ’s Lands schepen , en spo-
ren van oproer onder bet volk.259-262.
Mede.deeliogen van den Schout-
bij-nacht omtrent hetopeischen
vau het eskader door den Brit-
9chen Vice-Adiniraal en den
toestand van ’s Lands schepen . 262-263.
De krijgsraad bestuit het eskader
over te geven..................... 264.
Onderhandelingeu daarover met
den Vice-Admiraal elphinsto-
nk; het eskader wordt overge-
geven........................ 265-268 .
Verregaande baldadigheden op ’s
Lands schepen, na de overgave
gepleegd................. 269.
De meeste dek-oflicieren cn zee-
lieden nemen dienst bjj de
Britten.................. 270.
De officieren eu de Schout bij-
Dacht keeren naar het Vader-
Jand weder........................... 270.
Lucas wordt in hechtenis gesteld ,
stelt een algemeen verslag op
en sterft.......................270-271.
Verontwaardiging hier te lande
over de overgave van het es-
kader................... 271 -
Een Hooge Zee krijgsraad wordt
benoerad, om het gedrag der
officieren te onderzoeken........ 272.
Verslag van den Fiscaal spoors
deswege ........................ 273.
De krijgsraad spreekt de scheeps-
commandanten vrij, en geeft
daarvan kennia aau de Natio-
nale Vergadering. ................... 274.
INHOUD VAN HET V1JFDE DEEL.
XI
Bladz.
Besluiten op die mededeeling. . . 275,
Nadere overweging van het ge-
drag van den Schout-bij-nacht
IiUCas..........................275-283 .
Besluit.........................* 283 .
ONDERNEMINCr TEGEN IERLAND EN ZEK-
SLAG VAN KAMPERDU1N, lloCT. 1?97.
Bladz.
Ontevredenheid over de werke-
loosheid van ’s Lands vloot en
over de rampen, die de zee-
niagt hadden getroffen.......... 284.
Ter betere besturing van bet zee-
wezen , wordt aan de Commis-
sie tot de Buitenlandsche zaken
het opperbestnur van ’s Lands
zeemagt opgedragen............ 285 .
Twee ontwerpen körnen bij haar
in aanmerking: het zenden van
een eskader naar Westindie;
het met het Franseh bewind
overleggen der krijgsverrigtin-
gen tegen Groot Brittanje.... 286.
Tot verwezenlijking daarvan , ver-
zoekt en verkrijgt zij demagt,
oin over een gedeelte van het
leger te kunnen beschikken en
transpor tschepcn te koopen of
te huren........................ 286,
Secrete eommissien uit de Com-
mittee van marine en oorlog
worden, op haar verzoek , be-
noemd, orn de gewi rtigste za-
ken zonder ruggespraak te kön-
nen afdoen...................... 287.
Kraditdadige werkzaamheden tot
nitrnsting van het Westindisch
eskader en versterking van ’s
Lands vloot........... .........287-288.
Hevig misnoegen in Ierland ; mis-
lakte poging der Fransrben tot
landing op dat eiland: nienw
en groot ontwerp dienaan-
gaande..........................289 290.
De Bataafsche vloot, inhebbende
15000 man Fransch krijgsvolk,
zal, even als de Spaansche,
hiertoe medewerken ............. 290.
De Commissie tot de Bniteoland-
scbe zaken keurt dit ontwerp
hoofdzakelijk goed , doch er
rijzen bezwaren over de bijzon-
derheden ...................... 291.
De winter en daendels wor-
den naar Parijs gezünden en
ruiraen de zwarigheden uit den
weg.............................292-293 .
15000 man Bataafsch krijgsvolk,
gescbut, enz. wordt te Tesel
ingescheept, en daendels tot
Opperbevelhebber benoemd. . .293-295.
De vloot en transportschepen lig-
Bladz.
gen gereed; indrukwekkend
schonwspel en hoog gespannen
verwachtingen................ 295.
Door het onverinogen van Spanje
en de nalatigheid van hefc Fran-
sche bewind was, intusschen,
bet günstigste oogenblik tot
eene landing iu Ierland voor-
bijgegaan.............. .295-296.
Gewigtige raadplegingen oft en
besluit dat het Bataafsch Ge-
meenebest alleen gevolg aan
de landing zal geven............ 296.
Last aan den Vice-Admiraal de
winter, met ’s Lands vloot en
de transportvaartuigen uit te
loopen..................... 297.
Herhaling van dien last en mis-
noegen over het niet uitvoeren
daarvan............................297298.
Herhaahle, doch vruchtelooze po-
gingen van de winter om
daaraan te voldoen.. . .............. 298.
De winter verdraagt met kalrate
en bedaardheid het wantrou-
wen , daaruit tegen hem gere-
zen............................. 299.
De Commissie tot de huitenland-
sche zaken besluit, wegens het
verloopen van het saizoen, het
krijgsvolk te doen ontschepen,
behalve dat naar Westindie
hestemd.........................300-302.
Onder dit laatste breekt een be-
deukeHjke opstand uit, die ech-
ter spoedig wordt gedempt... 303.
Thans scheuen de redenen voor
het uitzeilen der vloot verval-
Ien, en de overmagt des vij-
ands maakte zulks ook onraad-
zaara.......... 303.
De winter besluit danook, niet
uit te zeilen................... 304.
Onverwacht ontvangt hij het be-
vel, uit te zeilen................304-805.
Hij aarzelt yeen oogenblik, danr-
aan te voldoen. ................. 306.
Zijn schrijven deswege aan het
Gon mitte van marine en de
Commissie van buitenlandsche
zaken....................... . . .306-307.
Antwoord doarop..................... 308.
Hij loopt met de vloot in zee. . 309.
Verrigtingen van de vloot, van
den V tot den 10 October ’s
avonds............................309-312.
De winter krijgt het berigt, dat
de vijandelijke vloot in zee is. 312.
Hij stell den koers naar Texel.. 312.
Manoeuvres der vloot vndr, tot
aan , en na het ontdekken van
den vijand...................... 312-313.
Gebrek aan orde, en verwarring
bij het scharen der vloot in
XII
INHOUH VAN HET VIJFJDE DEEL.
Bladz.
linie van bataille............313-817.
De vloot wacht kloekmoedig den
vijand af..................... 318.
Sterkte en gcsteldheid der Leide
vloten............*...........318-323 .
De Britsche vloot korat op de
Bataafsche af, en Lreekt door
hare linie op twee plaatsen... 323-326.
Hoe bedenke! ijk daardoor de toe-
stand der Bataafsche vloot ge-
worden zij , verdedigt zij zieh,
over het algemeen, met kloeken
moed.......................... * 326.
Beschrijving van hetgeen met elk
der schepen in dezen zeeslag
voorviel............................. 326.
Kloekhartigheid van den kapitein-
luitenant lancester , voerende
het fregat Monnilcendam. . . .327-328.
Dat fregat moet voor de overmagt
bukken..................... 328.
Ook de Allcmaar en de Delft
zijn , na eene mannelijke ver-
dediging , verpligt zieh over te
geven.............................328-330.
De Jupiter en de Haarlem strij-
ken mede.......................... 330.
De Cerberus, kapitein-luitenant
Jacobson , verlaat eigendunke-
lijk de linie.....................331-333.
De Staten-Generaal, Schout-bij-
nacht STOKY , geraakt, na een
kortstondig gevecht, uit de linie
en beneden den wind aan lij.. 333-334.
De TWijheid, Vice-Admiraal de
winter, wordt in een hevig
gevecht gewikkeld. . . .»...... 334.
De Wassenaar moet zieh over-
geven , ook ten gevolge vaD de
schandelijke vlugt van den Ba-
tarier, kapitein-luitenant sou-
TER...............................335-336.
De Admiraal TjerJc Hiddes is
mede genoodzaakt voor de over-
magt te bukken. ..................... 337.
Na een feilen strijd moet de
Gelijlcheid, kapitein-luitenant
EUYSCH , insgelijks strijken . . . 338.
De Beschermer is verpligt, de
linie te verlaten............. 339 .
De Hercules verdedigt zieh dap-
per ; geraakt in brand; vrees-
selijke toestand ; kalmte en on-
verschrokkenheid van den lui-
tenant a. musquetier.............339-342.
De Hercules, zonder kruid,valt
in 5s vijands banden.............. 342.
De eenige hoop op redding wordt
door de winter gesteld in de
drie achterste schepen van het
centrum............................. 343.
Tegen strijdi ge berigten omtrent
hetgeen door die schepen ver-
rigt werd........................... 843.
- Bladz.
Zij worden aanvankelijk door de
Britten slechts in de verte aan-
getast. Waarora ?............... 343.
Gevecht van den Mars, kapitein-
luitenant kolff en van de Ley-
den , kapitein-luitenant j. d.
musquetier.................... .344-346.
Aandeel aan den strijd van den Bru-
tus, Schout-bij-nacht bloys
van treslong , later kapitein-
luitcnant Polders, volgens
hunne berigten; de Schont-bij-
nacht wordt gekwetst............347-350.
De Vice-Admiraal de winter ,
van alle hulp verstoken en over-
gelaten aan zijn eigen lot, zet
met onwankelbare standvastig-
heid den strijd voort, tot dat
eindelijk, na een roemrijken
strijd van 3 uren, zijn geschut
zwijgt.............................350-853.
Aandoenlijk tooneel op de Vrij-
Jieid............................. 353.
De Vice-Admiraal de winter
wordt door een Britschen offi-
cier gevangen genomen en naar
het vijandelijk admiraalschip
overgebragt........................... 354,
Omstandigheden, die daarbij plaats
vinden , en onderzoek, of de
winter getracht heeft, zieh,
bij die gelegenheid, van het
3even te herooven.................... 354.
De meeste officieren worden ook
van de Vrijheid afgehaald. Eer-
volle wijs, waarop deze, en
hijzonder de winter, op het
vijandelijk admiraalschip ont-
vangen worden................355-356.
Einde van den strijd; zwaar ver-
lies der onzen.................356-357.
Verlies der Eugelschen............ 357.
De Britten zijn niet in de gele-
genheid , het gros der Bataaf-
sche vloot te vervolgen , *t welk
grootendeels met den Scbout-
hij-nacht story behouden te
Texel binnenkomt...................357-358.
De Brutus en twee brikken val-
len in de Maas binnen, na een
gevecht met een vijandelijk fre-
gat................................358-359.
pe Engelsche vloot en de ver-
overde Bataafsche schepen heb-
ben met ruw weder te worstelen. 359.
De Delft wordt een prooi der
golven............................ 360.
Zelfopoffering van den luitenant
Heiberg en edelmoedigheid van
een Engelsch officier............... 360.
De Monnilcendam strandt nabij
Westkapelleen w ordt verbrijzeld. 360.
De krijgsgevangen Bataven wor-
den in Engeland met veel onder-
INHOUD VAN HET V1JFDE DEEL.
XIII
Bladz.
scheiding verzorgd en onthaald. 361.
Vreugde aldaar over de behaalde
overwinning...................361 -362.
Diepe ver9lageüheid hier te lande
over den uitslag des strijds... 363.
Geestdrift over de heldhaftigheid
der onzen en besluiteu der Nati-
onale Vergadering........... 364.
De Commissie tot de Buitenland-
sche zaken wordt verzocht, de
redenen van het doen uitzeilen
der vloot op te geven................ 365.
Omstaudig verslag dier Commis-
sie...............................366-369.
Na hevige beraadslagingen wordt
met dit verslag genoegen ge-
nomen........................... 369-370.
Beoordeeling van dat verslag_____370-375.
Wezenlijke beweegredenen, naar
des schrijvers gevoelen, van het
bevel tot het nitloopen van
»s Bands vloot....................376-378.
De handelwijs der Commissie tot
de Buitenlandsche zaken schijnt,
uit dien hoofde, niet te regt-
vaardigen en beschouwd te raoe-
ten worden als de eerste oorzaak
der nederlaag........................ 378 .
Benoeming van een Hoogen Zee-
krijgsraad , tot het onderzoeken
en vonnissen van het gedrag der
officieren........................... 378 .
Uitspraak van dien zee-krijgsraad. 379 .
Over hetgeen bij den Hoogen
Zee-krijgsraad voorviel omtrent
den Vice-Admiraal de winter
en den Schout-bij-nacht bloys
VAN treslong , die beiden eene
voorname rol in den zeeslag
speelden............................. 379.
Levendige geestdrift, waarmede
de WINTER, na zijn wederkeeren
nit Engeland, ontvangen, en
eerbewijzen , die hem , bijzonder
te Amsterdam, hewezen wor-
den..............................379-380.
Günstige uitspraak van den krijgs-
raad omtrent het gedrag van
de winter gedurende den strijd. 381.
Beoordeeling van die uitspraak.. 382.
Onderzoek, of het gedrag van
de winter vddr den strijd even-
zeer goed te keuren zij.. 382.
Bedenkingen en bescholdigingen
daartegen. ...................383-389 .
Verdediging, door de winter
daartegen in hetmidden gebragt. 389-392.
Lof, aan den Schout-bij-nacht
bloys van treslong aanvan-
kelijk toegezWaaid................... 392.
Verandering dier denkwijs en be-
8chuldigingen, tegen hem in-
gebragt...........................392-393.
Eerste beschuldiging: dat hij,
door niet aan de bevelen van
den Vice-Admiraal de winter
te gehoorzamen, de nederlaag
voorbereid had ..............
ToelichtiDg en toetsing dier be-
schuldiging.. .................
Merkwaardige getuigenissen ten
gunste van den Schout-bij-nacht,
aangannde de van het admiraal-
schip gedane seinen........... .401-407-
Verder onderzoek naar de gegrond-
heid der eerste beschuldiging .408-409.
Tweede beschuldiging: dat blois,
en na zijne verwonding de ka-
pitein-luitenant Polders, wei-
nig deel aan het gevecht zou
genomen en geen behoorlijken
bij st and aan den Vice-Admiraal
de winter en de verdere be-
velhebbers zou verleend hebben. 409-411.
Bedenkingen tegen en wederleg-
ging van die beschuldiging. ..411-415 .
Wederlegging in het bijzonder,
dat zijne handelwgs aan afgunst
en naijver moet worden toege-
geschreven................... 415.
Niettegenstaande de redenen van
verschooning, worden bloys
en Polders , met de meerder-
heid van eene stem, door den
Hoogen Zee-krijgsraad veroor-
deeld..................... .416-418.
Dit vonnis wordt door Koning
lodewijk vernietigd....... 418.
Aanmerkingen, ten besiuite van
het verhanl wegens den zeeslag
van Kamperduin.................419-422.
Bladz.
393.
393.
G-EBEURTENISSEN NA DEN ZEESLAG VAN
KAMPERDUIN , 11 OCTOBER 1797 ; OVER-
GAVE VAN 5S LANDS ESKADER BIJ DE
VLIKTER; VREDE VAN AMIENS, 27 MAART
1802.
Bladz.
Besluit der Nationale Vergadering
om de zeemagt niet alleen te
hersteilen, maar te vermeer-
deren en in geduchten Staat te
brengen.................... 423 .
Verschii over de middelen, daar-
toe aan te wenden en eindeiijke
beslissing........................... 424.
De Naliónale Vergadering neemt
de voorstellen aan tot herstel,
aanbouw en uitrusting der zee-
magt................... ........ 425.
IJver van het Committe van
Marine tot uitvoering van dat
besluit............................. 426.
Maatregelen , tot verbetering van
het inwendig bestaan van bet
zeewezen. ..........*•?......... 427.
Verwijding der Zeesluis en aan-
XIV
INHOUD VAN HET VIJFDE DEEL.
Bladz.
leg van een droog dok te Hel-
levoetsluis..................427-429 *
Het Committe wordt vervangen
door een Agent vaD de Marine .429-431.
Uitnoodiging van den Generaal
bonaparte , namens het Fran-
sche bewind , om deel te nemen
aan eene landing in Engeland .431*432.
Be noodige schikkingen worden
genomen, om daaraan te vol-
doen, doch de togt heeft geen x
voortgang...................... 433.
Be Fransche regering Doodigt het
Bataafsche bewind uit, twee
fregatteo naar Ierland te zenden. 434.
Dien teü gevolge loopen de^Furie ,
kapitein luitenant b. pletsz,
en de Waalczaamheid, kapi-
tein m. van nierop , uit Texel,
die echter beiden kort daarna
genomen worden...................435-440.
Nieuw aanzoek van de Fransche
regering tot ondersteuning der
leren, waartoe toebereidselen
gemaakt worden , doch die zon-
der gevolg blijven...............440-441.
Hetzelfde vindt plaats omtrent
een eskader, dat naar Oostindie
bestemd wordt ...................442-443.
Gerüchten en later meer zekere
berig^en omtrent eene op han-
den zijn de landing des vijands
op Bataafsch grondgebied. . . .444-446.
Maatregelen tot verdediging, die
nogtans wegens de onzekerheid
der plaats, moeilelijk zijn. . . .446-447.
Be Bataafsche brik the Crash
wor«lt door den vijand, nabij
Ameland , genomen........... 448.
Be le. luitenant van mären steekt
zijne kanonneerboot, de TFeer-
wraaTc, kloekmoedig in brand 448.
De Britsche landingsvloot vertoont
zieh op de kosten van Noord-
holland.............................. 449.
Het te Texel liggende eskader,
onder den Schont bij-nncht
STORY, en de Helder worden
opgeeischt....... .............. 449 .
Zonderlinge en noodlottige om-
standigheden , die daarbij plaats
bebben............................450-452.
Aard der verdediging van het
zeegat van Texel; toe9tand der
batterijen aan den Helder ;
sterkte en gesteldheid van het
eskader...................... . .452-455.
Be landing heeft plaats, en de
Helder wordt, op last van den
luitenant-generaal daendels,
onti uimd....................... 455 .
Gevolgen van deze ontrniming,
bijzonder voor het op de reede
liggende eskader................ 456 .
Moeijelijke toestand, waarin de Bladz.
Schout-bij-nacht story daar-
door geraakt............... 457.
Tegenstrijdige bevelen, door den
agent van marine, omtrent het
verlaten der reede van Texel,
aan story gezonden........457-458.
Be Schout-bij-nacht geeft last, de
reede te verlaten en naar de
Vlieter te wijken 459.
Nadeelige invloed van dien terug-
togt en overweging van de
daarvoor bestaande redenen... 459-461 .
Het Batanfsch eskader konit. voor
de Vlieter, vrij verward , ten
anker........................... 461.
Story raaakt daarin geene ver-
andering, omdat bij voornemens
was, naar Texel terug tekeeren .461-463 .
Hij wendt daartoe eene poging
aan, doch zonder gevolg..... 463*
Hij laat het eskader in dezelfde
ongunstige Stelling. Waarom ?.463-464.
Be wind belet eene tweede poking
te doen , om naar Texel terug
te keeren ; de vijand loopt het
zeegat binnen................... 464.
Voortdnrende gehechtheid van het
sckeepsvolk aan den Prins, tbans
op nieuw opgewekt; bedenke-
lijke geestge9teldheid van het-
zelve; beginselen van oproer;
handelwijs der officieren .... .465-467.
Sterkte van het vijandelijke eska-
der, dat onder den Vice-Ad-
miraal mitchell regelregt koers
op ’s Lands eskader zet............. 468.
Moeijelijke toestand, waarin story
zieh bevindt; zijne werkeloos-
heid en plotseling besluit..........468-470.
Twee kapiteinen worden door hera
naar den Britschen Vice-Ad-
mir -al gezonden ; hun last en
antwoord vnn MITCHELL. . . . .470-472.
In deze bedenkelijke oogenblikken
seint story de kapiteinen aan
zijn boord.......................... 472.
Zijne mededeelingen en verklaring,
dat van zijn schip geen sebot
te verwachten was.............472-474.
Be beide kapiteinen keeren van
het vijandelijk admiraalsehip
terug; raadplegingen van den
krügsraad...................... .474-476.
Besluit, de vlag neder te halen
en zieh krijgsgevangen te ver-
klären ........................... 476.
Hiervan wordt kennis gegeven
aan den Britschen Vice Admi-
raal, die daarna bezit van het
Bataafsche eskader neemt.... 477.
Verregaande ongeregeldhedeu op
’s Lands eskader............ 477 .
Zwaar verlies voor de Repnbliek
INHOtJD VAN HET VIJFDE DEEL.
XV
door de overgave van het es-
kader en door het nemen van
andere schepen.. ,...........
De tijding der overgave verwekt
verbazing en verontwaardiging.
Eene Hooge Zee-krijgsraad wordt
benoemd , om het gedrag van
den Schout-bij-nacht, der of-
ficieren en verdere schepelingen
te onderzoeken en te vonnissen.
Uitspraken, door dien krijgsmad
en later door de Hooge Mili-
taire Vierschaar gedaan.... * .479-480.
Over de overgave van het eskader
ligt een sluijer; onderzoek,
waaraan zij werkelijk moet toe-
geschreven worden. .............481-485.
Hoe men daarover oordeele, de
straffen der kapiteinen waren
zeer streng , in vergelijking met
de vrijspraak der kapiteinen van
het eskader in de Saldanha-baat.485-486 .
Drieduizend zeelieden van het es-
kader nemen dienst bij den Prins
van Oranje...................... 486.
Hiermede worden vijf voormalige
Bataafsche fregatten bemand,
en uit de overige regementen
Soldaten zamengesteld...........486-487.
Uit de veroverde Bataafsche sche-
pen wordt een Hollandsch es-
kader gevormd, onder de be-
velen van den Prin9, in dienst
van den Koning van Groot-
Brittanje, dat tot den vrede
van Amiens bestaan blijft. . . .488-490.
Vruchtelooze pogingen, na dien
vrede, om de bij de Vlieter
veroverde schepen terug te be-
komen................... 491.
Verdere gebeurtenissen in de Zui-
derzee, tijdens de landing der
Eügelschen.................. 491,
De Vice-Admiraal mitchell laat
een kostbaren tijd verloren gaan
om iets tegen Amsterdam te
ondernemen., .................... 491.
Krachtdadige maatregelen tot be-
veiliging dier stad...........492-493.
De Eransche Schout-bij-nacht
castaignier magtigt zich het
opperbevel in de Zuiderzee aan .493-495.
Aanzienlijke scheepsmagt, tot ver-
dediging van Amsterdam bij -
eengebragt......................... 495.
Medemblik en Enkhnizen door
den Britschen Admiraal geno-
raen............................... 496.
Een vijandehjk smaldeel vermees-
tert de Lemmer................496-497.
De brik de Gier, kapitein-luite-
nant connto, en de hulk de
* DraaJc, kapítein-luitenant van
esch, door de$ vijand veroverd .497-499.
Bladz.
Connio met den dood gestraft.. 500.
De eerste luitenant hugues , com-
mandant van eeue divisie Ba-
taafsche vaartuigen , strafwaar-
dig geoordeeld wegens het niet
bijstaan van de Gier en den
Dradk, beneemt zieh zelf het
leven. ................... 501.
De schoener de Perseus en de
korvet de Lynx, op de Eeros,
bij overrompeling door den vij-
and vermeesterd................. 502.
Ontruiming van het Bataafsche
grondgebied door den vijand,
en gewelddadigheden daarbij te
Enkhuizen, Medemblik en aan
den Helder bedreven.................. 503.
Wederregtelijke verovering der
schoener de Pegasus, in eene
Noorweegsche haven................... 504.
Terugkomst van ’s Lands eskader
nit Suriname in Noorweegsche
havens, waar de meeste sche-
pen verkocht worden.................. 504.
Suriname door de Britten vero-
verd........................... 504-505.
Hetzelfde lot treft Cura9ao, waar-
bij twee fregatten in ’s vijands
magt vallen.......................505-506.
De winter , uit krijgsgevangen-
sebap ontslagen, treeJt weder
in dienst............................ 507 .
Een aanzienlijk getal officieren en
matrozen wordt mede vrijge-
steld.............................. 507 .
Daardoor is men in Staat, de zee-
magt te herstellen en middelen
tot verdediging aan teweuden. 508.
Bij gemis van gewone middelen,
neemt men de toevlugt tot bui-
tengewone........................508-509.
Eene kunstklip wordt tot verde-
diging van het Texelsche zee-
gat vervaardigd....................509-511 .
Aanbod van roblrt fulton, om
met eene boot, Nautilus ge-
naamd, de vijandelijke schepen
te doen zinken of opspringen. 511.
Plan , tot aauleg van aanzieulijke
sterkten ter verdediging van
den Helder......................... 512.
Een aanval bij nacht op ’s Lands
brigantijn de Maasnim ph ,
wordt door den luitenant p.
BKZEMER moedig afgeslagen.. 512-514.
Delnitenants nooy en dingemans
veroveren op de Eeros de Ko-
ningskotter the Pose * ^......... 514.
Uitnoodiging van den Eersten
Consul bonaparte , om eenige
linieschepeu en fregatten te
voegen bij een Emnseh eska-
der, tot herovering van de
Kaap de Goede Hoop................515-516.
Bladz.
478.
479.
479.
XVI
TNHOUD VAN HET VTJFDE DEEL.
Ter voldoening hieraan, wordt
cen eskader uitgerust, over
welk bet gebied nan den Vice-
Adrairaal de winter opgedra-
gen wordt....................:
De Britten sluiten de zeegaten
zoo naauw, dat bet eskader
niet kan nitloopen..............519-520.
Door het onverwacht teekenen der
vredes-preliminairen vervalt de-
ze onderneming............ .. 520.
De vrede te Amiens gesloten. . . 521»
Günstige nitzigten voor bet Va-
derhind, in het bijzonder voor
bet zeewezen.................. 521.
Zware verliezen , door het zeewe-
zen gedurende den mi geein-
digden oorlog geleden ....... 522.
VAN DEN VREDE VAN AMIENS, TOT A AN
DE INLIJVING IN HET ERANSCHE KEIZER-
rijk , 1802-1810.
Bladz.
Zoodra de Preliminairen geteekend
waren , wurden eenige oorlogs-
schepen naar Oost- en West-
indië gezonden................ 522-523.
Een eskader, onder p. hartstnck,
vertrekt naar St. Domingo, tot
overbrenging van Fransch
krijgsvolk......................... 523.
Een eskader, onder den Schont-
bij-nacht dkkker, zeilt eerst
naar de Kanp, en vervolgens
naar Oostindië.............- . . . 524.
Een ander eskader, onder den
kapitein w. o. bloys van .
trkslong, vertrekt naar de
West............................... 525.
De winter wordt met een eska-
der gezonden naar de Middel-
landsche zee.................. . .526-527.
De Agent wordt vervangen door
een Kaad van Marine..........527-528.
Eene Hooge Militaire Vierschaar
wordt opgerigt.................. 529.
De oorlog tasschen Frankrijk en
Groot-Brittanje breektop nieuw
nit.............................. 530.
De tijding daarvan wordt naar
Oost en West gezonden........... 531.
Aan den Vice-Admiraai de win-
ter wordt gelast, zieh met zijn
eskader naar Ferro! te begeven,
en zich gereed te houden , om
naar Java te zeilen.............531-532.
DeSchout-bij-nachtp hartsinck
wordt naar Perrol gezonden,
neemt, daar de winter her-
waarts terngkeert, het gebied
over het eskader op zieh en
vertrekt na Java............... 532.
Maat regel en hier te lande tot ver-
dediging..................... 533.
Bladz.
De le Consnl bonaparte vormt
een veel omvattend ontwerp,
om eene landing in Engeland
te doen......................... 533.
Het Bataafsche bewind wordt
uitgeuoodigd, daaraan deel te
nemen........................... 534.
Eene voor de Repnbliek zeer be-
zwarende overeenkomst wordt
dienaangaande te Parijs geslo-
ten............................. 535.
De raad van Marine beijvert zieh,
aan den inboud van die over-
eenkomst te voldoen............. . 536.
Een nanzienlijk eskader, onder
den Schout-bij-nacht kikkert
en den Pranschen Generaal
marmont, wordt in Texel uit-
gerust..........................536-537♦
Een groot aantal sehoeners en
kanonneerbooten wordt voor de
flotille, die zich te Vlissingen
zal verzamelen , gebouwd , toe-
gerust, gewapend en bernand . 537-538 .
Hevige grnraschap van den eer-
sten Consul over den , zoo het
heette, weinigen ijver tot toe-
rusting der V lissingsche flotille,
en klagten daarover , ook door
den Commissaris der Marine, bij
BONAPARTE.......................... 539.
Volgens de overeenkomst, was
znlk een Commissaris aan ge-
steld, en daartoe c. h. ver
huell, met den rang van
Schout-bij-nacht benoemd. . . . £40.
Karakterschets en hoedanigheden
van ver huell.................541-543.
Invloed daarvan op zijne gedra-
gingen en op hetgeen aangaande
de Vlissingsche flotille voorviel. 544.
Aard der nieuwe vorderingen, door
bonaparte of, vaD wege hem ,
door ver huell gedaan...........544-545.
Groote bezwaren daaruit gerezen , •
vertoogen daar tegen , en hevige
gramschap van bonaparte
daaruit voortgesproten.......545-546 .
Misnoegen hier te lande over de
handelwijs van ver huell... 547.
H. van roten , lid van den Raad
van Marir^e, wordt naar Vlis-
singen afgevaardigd, om de
moeijelijkheden uit den weg te
ruimen en de uitrustingen te
bevorderen; waarin hij naar
wensch slaagt............ 548 .
Zamenstelling der Vlissingsche
flotille, bare verdeeling, wape-
ning en bemanning....... 549.
Lof, door van royen, aan ver
huell toegezwaaid....... 550.
Bevel van den eersten Consnl,
om met de gereed zijnde sf hepen
Bladz.
518.
INHOUD VAN HET V1JEDE DEEL.
XVII
der flotille naar Ostende te
zeilen................ *.. . .
Hieraan wordt door ver huell
voldaan met eene gelukkige uit-
kornst........................
Een aantal kanouneerbooten be-
geeft zieh binnen door naar
Ostende.......................
Tweede togt van ver huell , met
eene divisie kauonueerschoeners,
naar Ostende, en daarbij ont-
staan hevig en roemrijk gevecht.552-554.
Derde en niet minder eervolle togt
van ver huell, met eene divisie
schoeners en kanonneerbooten
naar Ostende..................554-557.
Eer en roera, door ver huell
daarbij verworven, en lof door
Bonaparte, tkans tot Keizer
verheven, hern toegezwaaid.. .
Koelheid van het Staatsbewind in
dezen.........................
Na vertuop vau bijkanseene maaud,
betuigt het eerst zijne tevreden-
heid en wordt ver huell tot
Vice-Adrniraal bevorderd......
Een ander gedeelte der flotille,
onder de luitenants waarden-
burg en v. GINKEL, komt be-
houden te Ostende aan.........559-560.
De derde Divisie bereikt insgelijks
die haven....................560-561.
Om3tsindigheden van verschilíen-
den aard hadden bonaparte de
uitvoering der groote onderne-
ming belet; nieuwe plannen
dienaangaande door hern ge-
vorrad; eene vloot wordt daartoe
in het Kanaal verwacht...........561-562.
Bevel aan ver huell, omzonder
uitstel zieh met de Bataafsche
flotille naar Ambleteuse en Bon-
logne, de groote verzamelplaats
der expeditie, te begeven. . . . 562.
Kapiteln keller zeilt bij herha-
ling met een aantal kanonneer-
booten en transportschepen van
Duinkerken naar Ambleteuse;
doch de tweedemaal vallen 8
vaartuigen in *s vijands handen . 563-565 .
Hagchelijke en roemrijke togt
von den Vice-Admiraal ver
huell, van Duinkerken naar
Ambleteuse; hevige gevechten,
voornarnelijk bij Kaap Grisnez;
en dapperheid der onzen, daar-
bij aan den dag gelegd...... 565-574.
Onderscheiding en eeibewijzen,
waarmede ver huell, bij zijne
körnst te Ambleleuse en Bou-
logne ontvangen wordt, en groot
gewigt van dezen togt. ...... 575.
Weinige geestdrift daarover hier
te lande, doch lof, hem en de
Bladz.
zijnen door het Staatsbewind
toegezwaaid.................575-576.
De overige vaartuigen van de
Vlissingsche flotille körnen mede
behouden te Ambleteuse aan.. 557.
Alles was nu gereed tot de groote
onderneming tegen Engeland en
de verwaebting hoog gespannen;
doch de togt heeft niettemin
geen voortgang, en napoleon
breekt on verwacht met zijn le-
ger op........................ ..577-578.
Ver huell keert naar het Vader-
land weder, en de flotille komt
later in kleine afdeelingen terng,
tusschen welke en de Britten
verschillende gevechten plaats
vinden...........................579-584.
Oprigting van een kadetten-insti-
tuut, in het jaar 1803 , eerst
op het fregat JEuridice, daarna
te Fijenoord.....................585-586.
’s Lands kanonneergalj. de Schrilc,
le luitenant J. olyve , wordt
in 1 804 op de Schelde , na eene
moedige verdediging, door de
Britten genomeu, doch door den
luitenant jd vf.lsöerg heroverd.586-588.
De brik de A.thalanie , kapitein-
1 ui tenant G swedenrijkcarp,
in het Vlie overrompeid, doch
de bevelhebber weigert zieh over
te geven, en sneuvelt met derf
sabel in de vuist..............589-591.
Comrnissie-of kaapvaart, van 1795
tot 1810....................591-595.
Dapperheid der kapers, onder
aanvoering vau j. st. paust.593-594.
De meeste West-Indische volk-
plantingeu door den vijand ver-
meesterd; verliezen, door de
zeernagt daarbij geleden.......595-596.
Verrigtingen der naar Oost-Indie
gezondene fregatten, en ram-
pen aan deze overgekomen . . .596-597.
Verhaal van lietgeen met het
eskader onder den Schont-bij-
nacht Simon dekker iu Oost-
Indie en byzonder te Batavia
is voorgevallen . ............597-601,
Hij verlaat het eiland Java , tegen
den last van de Hooge Indische
Regering, begeeft zieh naar
Mauritius eu naar de Kaap de
Goede Hoop, en keert, voor
zijn persoon, naar het Moe-
derland terug.................601-603.
De Scbout-bij-«nacht dekker
wordt uit dien hoofde ter dood
veroordeeld, en ten slotte uit
den zeedienst ontzet..........603-605.
R. J. SCHIMM EL PEN NINCK tot
Raadpensioharis benoemd............... 605.
De Raad van Marine ontbonden
Bladz.
551.
551 .
552.
553.
558.
559.
XVIII
INHOUD VAN HET VIJEDE DEEL,
Bladz.
en een Secretaris van Staat
voor de Marine benoemd. . . . 606 .
Verdere verrigtingen van den
Raadpensionaris, in betrekking
tot het zeewezen................606-607.
Be Raadpensionaris door een Ko-
ning vervangen , eu verhefliug
van LODBWUK NAPOLEON tot
die waardigheid............... 607.
De titel van Secretaris van Staat
voor de Marine veranderd in
dien van Minister............. . 607.
Be zeelieden in Texel weigeren
den eed aan den Kouing; op-
roer, dat nogtans spoedtg ge-
dernpt wordt .■..................... 608.
Baartoe werkt rnede de afachaf-
üug van de Bataafsehe vlag,
die door de Koninkiijk-Hol-
landsche vervangen wordt.... 609.
Toestand der zeernagt, bij de
aanvaarding der regering door
Koning LOOEWUK.. ................... 609.
Belangsteiling vau Koning lode-
wijk in de zeemagt................ 610.
De WINTER, VKR HUELL en VAN
kinsbergen tot Maarschaiken,
later tot Graven verheven.... 610-611.
Verschallende maatregelen tot he-
vordering van bet aanzien en
ter verbetering van de zeemagt.611-612.
Ontwerpen, tot oprigting van een
instituut voor voodeiingen en
van een invalidenhuB voor den
verminkten of afgeleefden zee-
man............................ 613 .
De aloude wijs van schafting voor
het scheepsvolk door de bevel-
liebbers der schepen, wordt
vervangen door de schafting
voor rekening van bet Band..613-614.
Eeue ilotille begeeft zieh in 1806
naar den Rijn................614-615.
Het fregat Utrecht, vroeger Or-
pheus , kapitein costerus, ver-
trekt naar Curasao, doch strandt
nabij een der Orcadische ei-
lenden ....................... . 615 .
Een eskader, onder den Sehout-
bij-nacht buiskes, wurdt uit-
gerusfc, om zieh naar Java te
begeven, doch de vijand bezet
de zeegaten zoo naanw, dat
het niet kan uitloopen......... G16.
Buyskes krijgt last, zieh over
Amerika naar Java te begeven ,
en vindt, bij zijne körnst al-
daar, niets meer van hpt es-
kader van den Vice-Admiraal
haRtslnck over.................616-617.
Verhaal der lotgevallen van dat
eskader................... 617 .
Denk- en handelwijs van den
Vice-Admiraal hartsinck.. . .618-620.
Het liniesebip de Sehr iJcv er welc-
her, kapitein ruysch, wordt
verbrijzeld. ...................
De twee liniesebepen, JRevolutie
en Uluto , en flute gewapend ,
vatten post in de Straat van
Madnra..........................
Het fregat JPalias , kapitein aal-
bers , genornen.................
Het fregat Maria Keggersber-
gen, kapitein jager, op de
reede van Batavia vermeesterd. 623-624 .
Een Engelsch eskader, onder den
Rear-Adrniraal Sir euw. pel-
LEW , neemt, verb rau dt of ver-
nielt al de op de reede van
Batavia liggende oorlogs- en
kuopvaardyschepen. ........ .625-627.
EUendige toestand der weinige
overgeblevene schepen van het
eskader............................ 627.
De Vice-Admiraal hartsinck
keert naar het Moederiand
terug, en sterft in Noord
Amerika............................. 628.
Oproerig ged rag der equipagien
van de twee nog aanwezige
linieschepen...................... 628- 629 .
De korvet de Scipio, kapitein-
luitenant carrega , na eene
dappere verdediging genomen. 629.
De twee, nog overgeblevene linie-
schepen de JRevolutie en JPlutoy
benevens den kieliigter Korte-
naar en het kofachip JRusthof^
worden, volgens een verdrag
met den Rear Admiraal ebw.
fellew, door de onzen ver-
meid .......................... 630-632.
Verrigtingen van den Schont-bij-
nacht buyskes op Java, ten
aanzien van het zeewezeu. . * . 632.
Het koloniaai vaartuig, waarmede
hij terugkeert, de eene moedige
verdediging genomen en hij
gekwetst....................... .632-633.
HetSeilaud Oura9ao , benevens het
zieh aldaar bevindende fregat
Kenau KCasselaar, kapitein
evektsz en de korvet Suri-
name , kapitein j. van nes,
bij verrassing genomen..........633-640.
De zee-oiheieren, die over of op
deze schepen het bevel gevoerd
hadden , vrijgesproken.......... 641.
De Engelsche brik the Kerreter,
op de Eems door den kapttein-
luitenant c. ossewaarde , met
zyne divisie kanonneerbooten
genomen......................... 641-644.
De stad en haven van Vlissingen
met Erankrijk vereenigd. . . . »644-645.
De Maarschalk ver huell vervalt
in ongenade, en wordt, als
Bladz.
621.
622.
622.
INHOUD YAK HET VIJPDE DEEL.
XIX
Bladz.
Minister van Marine, door p.
van d£k heim vervangen... .645-646.
Het fregat Gelderland, kapitein
B. J. POOL, na eene zeer dap-
pere verdediging onder aanvoe-
ring van den opper-luitenaut
J. boom, genomen.........,..647-655.
Hetzelfde lot treft het gewapende
transportschip de JEloop , eerste
luiteuant MhYbR.................655-656.
The Manly eil eenige andgre
kleine vaartaigeu vallen insge-
lijks in ’s vijands handeu....656-657.
Landing der Kngelscheu in Zee-
land, en aanleidiug daartoe.. . 6ö7-659 .
Voorloopige raaatregelen tot ver-
dediging door ’s Rijks zeernajit. 659-661.
Kloek gediag van den luitenaut-
kolonel c. ossewaarde........662-663.
Verdere maatregelen tot afwering
van den vijand...............663-664.
Togt van den kulonel gerbrands
inet eene divisie kanonneerboo-
ten, van Antwerpen naar Ber-
gen-op-Zoom.. ..................664-665.
IJver van den Maarschalk de
winter tot stuiting van de
Britten . . ................ 666.
Gevecht tusschen eene divisie,
onder den kolonel a. C. twent ,
en eene vijaudelijke afdeeliug,
voor Zype en op Kramrner.. , 666-66B.
De Britten bezetten Kramrner^
HeiJevoetsluis ontruiind......668-669.
De Maarsclialk de winter wordt
plotseiing door den Maarsclialk
ver HUjELL in het Opperbevel
vervangen.......................669-670.
Verrigtmgen van ver huell .. 6/0-671.
Hij keert naar Parijs terng, en
wordt door de winter opge-
volgd..........................671-672.
De Britten ontruimeu Walcheren. 672-673 .
Hevige geschillen tusschen Keizer
NAPOLEON eu KoUing LODE-
wuk; deze geeft bevelen tot
verdedigiug van Amsterdam.. 673.
De noodige maatregelen daartoe
wordeu, wat de zeemagt betaugt,
door den Schout-by-naeht ver-
dooren genomen.................... 673.
Onverwachte staking dier maat-
regeien.....................673-674.
Bezwarend verdrag voor Holland,
voor zoo verre bet zeewezen
betreft....................... 674.
Overmoed van eenige Pransche
kapers......................... 675.
Bladz.
Koning LODEWIJK legt de rege-
ring neder;‘Holland wordt in
het Pransche Keizerrijk ingelijfd. 676.
Het zeewezen verliest daarmede
zijne zelfstandigbeid en natio-
naliteit en wordt met dat van
Prankrijk in eengesmolten . . .. 676.
Slot der gesckiedenis van het
Nederlandsche zeewezen.......677-680.
BIJLAGEN.
1. Staat der Nederlandsche
schepen, welke van deujare
1777 tot en met den jare
1789 gebonwd zijn........ 683.
2. Staat der Nederlandsche
schepen, welke vau deujare
1790 tot aan 1795 gebouwd
zij n..................... 684.
3. Staat van het kaliber van
het gesehnt, zoo als het voor
de Nederlandsche zeernagt
werd vastgesteld bij Resolutie
van Hunne Hoog Mögenden
van 30 September 1782 en
31 Maart 1783, en geUjk
het in die dagen doorgaans
werd gebruikt............ 685 .
4. Staat der in dienst zijnde
Nederlandsche zeernagt, op
het laatst van 1794 en in
het begui vau 1795....... 686-688.
5. Staat der Nederlandsche zee-
magt, tijdens de omwenteling
des jaars 1795.............. 639.
6. Staat der Btitaafsche zeemagt
in de eerste helft des jaars
1796......................... 690.
7 . Staat der Uatanfsche en Brit-
sche vloten, iu den zeeslag
van Kamperduin, 11 Octo-
ber 179?.......................691-692.
8. Staat der Bntaafsche zeemagt,
in den zomer des jaars 1801.693-695 .
9. Wapeniug van ’s Lands sche-
pen , iu 18oL................. 696.
10. Staat der Koninklijke Hol-
laudsehe zeemagt, tijdens de
aanvaarding der regering duor
LODEWIJK NAPOLEON 1806. 697.
11.. Staat der zeemagt, op den
1 Julij 1810, tijdens de in-
lijving van het koningrijk
Holland in het PrauscheKei-
zerrijK. ..................... 698 .
|
any_adam_object | 1 |
author | Jonge, Johannes Cornelis de 1793-1853 |
author_GND | (DE-588)100364446 |
author_facet | Jonge, Johannes Cornelis de 1793-1853 |
author_role | aut |
author_sort | Jonge, Johannes Cornelis de 1793-1853 |
author_variant | j c d j jcd jcdj |
building | Verbundindex |
bvnumber | BV004931679 |
ctrlnum | (OCoLC)631445793 (DE-599)BVBBV004931679 |
format | Book |
fullrecord | <?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?><collection xmlns="http://www.loc.gov/MARC21/slim"><record><leader>01058nam a2200253 cc4500</leader><controlfield tag="001">BV004931679</controlfield><controlfield tag="003">DE-604</controlfield><controlfield tag="005">00000000000000.0</controlfield><controlfield tag="007">t</controlfield><controlfield tag="008">920526s1869 |||| 00||| dut d</controlfield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(OCoLC)631445793</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(DE-599)BVBBV004931679</subfield></datafield><datafield tag="040" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">DE-604</subfield><subfield code="b">ger</subfield><subfield code="e">rakddb</subfield></datafield><datafield tag="041" ind1="0" ind2=" "><subfield code="a">dut</subfield></datafield><datafield tag="049" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">DE-473</subfield></datafield><datafield tag="100" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Jonge, Johannes Cornelis de</subfield><subfield code="d">1793-1853</subfield><subfield code="e">Verfasser</subfield><subfield code="0">(DE-588)100364446</subfield><subfield code="4">aut</subfield></datafield><datafield tag="245" ind1="1" ind2="0"><subfield code="a">Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen</subfield><subfield code="n">5. - 3. uitg. - 1869. - Getr. Zählung : Ill., Kt.</subfield><subfield code="c">door J. C. de Jonge</subfield></datafield><datafield tag="264" ind1=" " ind2="1"><subfield code="a">Zwolle</subfield><subfield code="b">Van Hoogstraten & Gorter</subfield><subfield code="c">1869</subfield></datafield><datafield tag="336" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">txt</subfield><subfield code="2">rdacontent</subfield></datafield><datafield tag="337" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">n</subfield><subfield code="2">rdamedia</subfield></datafield><datafield tag="338" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">nc</subfield><subfield code="2">rdacarrier</subfield></datafield><datafield tag="773" ind1="0" ind2="8"><subfield code="w">(DE-604)BV004931674</subfield><subfield code="g">5</subfield></datafield><datafield tag="856" ind1="4" ind2="2"><subfield code="m">Digitalisierung UB Bamberg - ADAM Catalogue Enrichment</subfield><subfield code="q">application/pdf</subfield><subfield code="u">http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=003017432&sequence=000002&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA</subfield><subfield code="3">Inhaltsverzeichnis</subfield></datafield><datafield tag="999" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-003017432</subfield></datafield></record></collection> |
id | DE-604.BV004931679 |
illustrated | Not Illustrated |
indexdate | 2024-07-09T16:19:59Z |
institution | BVB |
language | Dutch |
oai_aleph_id | oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-003017432 |
oclc_num | 631445793 |
open_access_boolean | |
owner | DE-473 DE-BY-UBG |
owner_facet | DE-473 DE-BY-UBG |
publishDate | 1869 |
publishDateSearch | 1869 |
publishDateSort | 1869 |
publisher | Van Hoogstraten & Gorter |
record_format | marc |
spelling | Jonge, Johannes Cornelis de 1793-1853 Verfasser (DE-588)100364446 aut Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen 5. - 3. uitg. - 1869. - Getr. Zählung : Ill., Kt. door J. C. de Jonge Zwolle Van Hoogstraten & Gorter 1869 txt rdacontent n rdamedia nc rdacarrier (DE-604)BV004931674 5 Digitalisierung UB Bamberg - ADAM Catalogue Enrichment application/pdf http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=003017432&sequence=000002&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA Inhaltsverzeichnis |
spellingShingle | Jonge, Johannes Cornelis de 1793-1853 Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen |
title | Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen |
title_auth | Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen |
title_exact_search | Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen |
title_full | Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen 5. - 3. uitg. - 1869. - Getr. Zählung : Ill., Kt. door J. C. de Jonge |
title_fullStr | Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen 5. - 3. uitg. - 1869. - Getr. Zählung : Ill., Kt. door J. C. de Jonge |
title_full_unstemmed | Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen 5. - 3. uitg. - 1869. - Getr. Zählung : Ill., Kt. door J. C. de Jonge |
title_short | Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen |
title_sort | geschiedenis van het nederlandsche zeewezen |
url | http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=003017432&sequence=000002&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA |
volume_link | (DE-604)BV004931674 |
work_keys_str_mv | AT jongejohannescornelisde geschiedenisvanhetnederlandschezeewezen53uitg1869getrzahlungillkt |